- Home
- Kleine bedrijven (<100)
Als kleine organisatie van pakweg 20 mensen staan de thema's vitaliteit en duurzame inzetbaarheid misschien niet bovenaan het prioriteitenlijstje. Je bent vooral heel druk aan het werk voor je klanten. Heel begrijpelijk. In een heel kleine organisatie kent iedereen elkaar vrij goed en je spreekt elkaar vrij snel aan wanneer iemand eens wat minder vitaal is. Er is met andere woorden vrij veel sociale controle.
Vitaliteit wordt een thema
Wanneer een organisatie wat groter wordt, wordt deze onderlinge sociale controle steeds kleiner. Taken worden meer opgeknipt in subtaken en er ontstaat voorzichtig een vorm van anonimiteit. Je hebt met andere woorden wat minder zicht op de vitaliteit en inzetbaarheid van medewerkers. Andersom zijn deze medewerkers niet meer betrokken bij de totale organisatie en voelen zich hier misschien minder verbonden mee. Het is lastig een exacte grens van aantal medewerkers aan te geven, maar als we de celtheorie van Eckart Wintzen mogen geloven ligt deze grens vanaf circa 50 medewerkers. Hoog tijd om te gaan werken aan vitale en duurzaam inzetbare medewerkers!
Met De Vitaliteitsmonitor bepaal je welke investering in vitale medewerkers het beste bij jouw organisatie past.
Wat wel en wat niet?
Als organisatie heb je dus steeds meer de uitdaging de vitaliteit onder jouw medewerkers goed te organiseren. Zij zijn immers je belangrijkste bezit. Maar waar begin je? Moet je investeren in gezonde voeding voor jouw mensen of beter in een leuke vorm van interne communicatie? De Vitaliteitsmonitor kan je hierbij helpen. Deze methode helpt je in kaart te brengen hoe jij als organisatie het beste kunt starten met vitale en duurzaam inzetbare medewerkers. Zo weet je zeker dat jij als organisatie investeert in de juiste dingen en investeringen in vitaliteit en duurzame inzetbaarheid een maximale opbrengst hebben!
De Vitaliteitsmonitor heeft een eenvoudig stappenplan, waarin een groep medewerkers in 4 sprints komt tot een zinvol, praktisch en meetbaar vitaliteitsprogramma.
- Sprint 1: er wordt een visie bepaald op vitale medewerkers.
- Sprint 2: er wordt bepaald hoe goed de organisatie momenteel presteert op 18 aspecten van vitaliteit.
- Sprint 3: er wordt vastgesteld waar ambities en prioriteiten van de organisatie liggen.
- Sprint 4: concrete acties en interventies worden bepaald om aan de slag te gaan.
Nu aan de slag met vitale medewerkers!
Deze website maakt gebruik van cookies. Lees hier de cookieverklaring.